Ben je benieuwd naar de inhoud van het boek Feeding Dogs, maar heb je geen tijd om het hele boek te lezen, of vind je de Engelse taal lastig? Hier kun je mijn samenvatting lezen. In het boek vind je een uitgebreide bronnenlijst (meestal wetenschappelijke publicaties), zodat je de informatie kunt opzoeken. Het boek Feeding Dogs is verkrijgbaar bij Bol.com.
De voedingsbehoeftes van de hond als carnivoor
In het eerste deel legt Conor Brady uit dat een hond een carnivoor is, wat duidelijk te zien is aan het verteringsstelsel. De hond heeft net als andere hondachtigen (zoals wolven en dingo’s) geen behoefte aan koolhydraten. Het menu van wilde wolven en dingo’s bevat ongeveer 2 a 3% plantaardige ingrediënten. Honden kunnen zetmeel wel beter verteren dan wolven, maar nutritioneel gezien heeft het geen waarde.
De nadelen van brokken tegenover rauwvoer
In het boek staan de volgende argumenten voor de stelling dat voedingsstoffen in rauwe vleesproducten voedzamer zijn dan de ingrediënten van brokken:
- De hoge hoeveelheid koolhydraten in brokken zijn niet gezond voor honden, dit is geassocieerd met pancreasproblemen, blaasgruis (in katten), overgewicht, kanker en maagtorsie. In veel granen zitten ook gluten, die vaak voor problemen zorgen.
- Bewerkt eiwit is minder verteerbaar dan onbewerkt eiwit. Door de bewerking van vlees ontstaan er ongezonde stoffen. In brokken worden ook vaak plantaardige eiwitten gebruikt, die minder voedzaam zijn dan eiwitten uit vlees. De meeste brokken bevatten ook weinig eiwit; de minimum aanbevolen hoeveelheid eiwit is alleen gebaseerd op de stikstofbalans en niet op gezondheid op lange termijn.
- Vitamines gaan verloren tijdens het productieproces van brokken, en worden in synthetische vorm toegevoegd. Het risico is dat dit toch voor tekorten zorgt. Aanbevolen wordt om brokgevoerde honden extra vitamine C te geven.
- Mineralen worden vaak toegevoegd in slecht opneembare vorm (zoals zinkoxide), in te grote hoeveelheden (zoals natrium en koper), of in te snel opneembare vorm (fosfor).
- Tijdens het bewerken en verhitten van vlees gaan veel bio-actieve stoffen verloren, deze stoffen hebben positieve gezondheidseffecten.
- Vetten zijn belangrijk voor een goede gezondheid. Vaak zit er te weinig omega 3 in brokken. Vetten oxideren door verhitting en contact met zuurstof. Om oxidatie vertragen, moeten de vetten worden geconserveerd. Hiervoor worden vaak chemicaliën gebruikt die kankerverwekkend zijn, of “natuurlijke antioxidanten” die minder effectief conserveren. Ondanks dat, vindt er toch oxidatie plaats, waardoor de vetten in brokken ongezonder zijn en minder voedingswaarde hebben dan de vetten in rauw vlees.
- Hondenbrokken bevatten chemicaliën, doordat deze nodig zijn voor het productieproces. Medewerkers van hondenbrokkenfabrieken klaagden de fabrikant aan voor blootstelling aan pesticiden die op de granen werden gesproeid na het arriveren in de fabriek. Chemische toevoegingen zijn na allergie de tweede oorzaak van voedselovergevoeligheid.
- Bang voor bacteriën in rauw vlees? Ook brokken kunnen bacteriën bevatten. Er is in de laatste acht jaar 68000 ton aan brokken teruggeroepen om het bevatten van pathogene bacteriën, tegenover 900 ton aan rauwvoer. Er zijn meer gevallen bekend van mensen die een salmonella-besmetting opliepen via hondenbrokken, dan via rauwvoer.
- Brokken bevatten vaak mijten, wat ook een gezondheidsrisico is. Rauwvoer bevat dit niet.
- Ongemalen vleesproducten houden het gebit gezonder dan brokken. Als een hond tandsteen ontwikkelt, leidt dat vaak uit tot tandvleesontsteking en de bacteriën kunnen ook de nieren, hart en lever aantasten.
Tenslotte zijn er diverse wetenschappelijke onderzoeken en ervaringen die aantonen dat rauwvoer waarschijnlijk gezonder is dan brokken. De onderzoeken van DogRisk van de Universiteit van Helsinki spelen een grote rol in de laatste inzichten. Honden die brokken eten hebben vaker huidklachten, allergieklachten, darmklachten, oogklachten en blaasproblemen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het effect van voeding op de darmflora en tekorten aan bepaalde voedingsstoffen. Er zijn ook meer honden overleden aan fouten in de brokkenfabriek dan door rauwvoer.
Waarom is dit niet algemeen bekend?
Als het zo duidelijk is dat rauwvoer zoveel gezonder is dan brokken, waarom is dit niet algemeen bekend? Dat heeft te maken met corrupte systemen. De grootste hondenvoer-merken vallen onder de multinationals Mars, Nestlé en Colgate-Palmolive. Deze hebben veel macht door partnerschappen met diergeneeskunde-faculteiten van universiteiten en deals met dierenartsverenigingen. De boeken Small Animal Clinical Nutrition en Clinical Nutrition of the Dog and Cat, die door veel dierenartsen als leidraad voor voedingsadvies worden gebruikt, zijn gepubliceerd door Colgate-Palmolive en Mars. Beide boeken hebben het niet over de voordelen van verse onbewerkte voeding.
Conor Brady’s voorspelling is dat de grote multinationals zich straks ook op rauwvoer gaan richten. Ze zullen dan zo goedkoop mogelijk rauwvoer gaan maken en kleine merken opkopen.
Ook de machtsverhoudingen in de humane voedingsindustrie en de farmaceutische industrie illustreren dat geld belangrijkere rol speelt in de keuzes dan gezondheid.
Er is geen goede controle op de diervoedings-industrie. Er zijn geen wetten over de minimum hoeveelheden van voedingsstoffen in hondenvoer, alleen aanbevelingen. En deze aanbevelingen worden geschreven door voerfabrikanten. Wetenschappelijke onderzoeken worden vaak ook zo opgezet en beschreven dat het lijkt alsof brokken bewezen gezond zijn bij een aandoening, terwijl het alleen bewijst dat een brok met een bepaalde stof (bijvoorbeeld omega 3) een minder negatief gezondheidseffect heeft dan een brok zonder deze stof.
Hoe zit het ideale rauwe menu er uit?
Je kunt een menu nooit compleet noemen, omdat we niet precies weten welke voedingsstoffen essentieel zijn en in welke hoeveelheden. De minimum-richtlijnen die voor brokken gelden, zijn ook niet echt relevant voor verse voeding. De richtijnen voor bijvoorbeeld zink en vitamine E zijn erg hoog, doordat in brokken vaak slecht opneembare supplementen worden gebruikt. Er zijn onderzoeken gepubliceerd waarbij uit analyse bleek dat barf-menu’s te weinig van bepaalde voedingsstoffen bevatten, maar in de honden zelf zijn geen klinische tekorten gevonden.
Wel kunnen we spreken van een goed menu. Een goed menu bevat ongeveer
70% vlees, vis en een beetje niet-uitscheidende organen (hart, tong, pens, long, maag, penis)
10% uitscheidende organen (lever, milt, nier, testikels, pancreas, hersenen)
10% bot
10% plantaardige ingredienten
Adviezen:
- Voer niet te vet vlees, tenzij je bewust een ketogeen menu kiest
- Koolhydraten (graan, aardappel) zou Conor alleen aan de hond voeren in de vorm van tafelrestjes, omdat het zonde en onnodig is om voedsel te verspillen als er een hond in de buurt is. Een andere reden is het verlagen van de kosten, omdat het goedkoper is dan vlees.
- Zeewier is een goede bron van vitamines en mineralen en is onmisbaar in een rauw menu. Het bevat ook antioxidatieve en ontstekingsremmende stoffen.
- Geef een halve teen verse knoflook per 15 kg hond en voer het los van de maaltijd. Laat de hond het zelf pakken als hij of zij daar behoefte aan heeft. Voer geen knoflook aan pups jonger dan 6 maanden.
- Zaden zijn een goede toevoegingen voor vitamine E en zink. Voer ze gemalen.
- Biologische vleesproducten zijn te prefereren in verband met antibiotica, omega 3, duurzaamheid, pathogene bacterien, pesticiden en diervriendelijkheid
Wil je hier meer over lezen in het Nederlands? In het boekje Rauwvoer voor de hond staan deze tips ook.
Leuke weetjes
- honden hebben lysozymen in hun speeksel die de celwanden van bacteriën afbreken, en de enzymen peroxidase en lactoferrine in het speeksel beschermen tegen pathogene bacteriën
- interesse in een bepaalde soort voeding heeft meer met gewenning te maken dan met hoe gezond de voeding is op de lange termijn. Deze gewenning begint al in de baarmoeder.
- Vegetarische brokken bleken qua voedingsstoffen en tekorten niet minder compleet dan brokken met vlees. Dit zegt misschien vooral iets over de gemiddelde brok met vlees.
Praktische tips
In het laatste hoofdstuk “Frequently asked questions” staan veel praktische tips, zoals deze:
- De gemiddelde volwassen hond heeft 2% tot 2,5% van het lichaamsgewicht aan voer per dag nodig.
- De favoriete manier van Conor om over te stappen naar rauwvoer is beginnen met 5% rauw en 95% het “oude” voer en het gehalte rauw rustig te verhogen. Als de hond geen rauw vlees wil eten, kun je beginnen met een halve theelepel gehakt in een kopje kokend water (afgekoeld) over de brokkenmaaltijd.
- Eventuele supplementen: om voor genoeg mangaan te zorgen kun je het beste mosselen voeren. Als je geen grasgevoerd vlees voert, kun je voor genoeg geconjugeerd linolzuur met een CLA-supplement. Omdat vlees weinig natrium bevat, kun je een beetje zout toevoegen.
- Voor sommige honden met gevoelige darmen is een gekookt menu beter. Het heeft wel wat nutritionele nadelen. Je kunt hetzelfde menu gebruiken, alleen moet je het bot vervangen door bijvoorbeeld gemalen eierschalen.
- Honden die eiwitrijke voeding eten hebben hogere urea (BUN)- en hematocriet-levels in het bloed en soms ook hogere en creatinine-waardes. De normaalwaardes voor rauwgevoerde honden zouden dus iets hoger moeten liggen.
- Vermoed wordt dat tijdens een periode van vasten, het lichaam harder gaat werken om zich te ontdoen van oude of slecht functionerende cellen (autofagie) en van ongewenste bacteriën en virussen (macrofagische activiteit). Vasten kan door 24 uur niet te eten of door te zorgen voor een vast-periode van 16 a 18 uur per dag. Vasten is niet geschikt voor pups en zwangere/zogende honden.
- Voorkom bacteriële besmetting door hygiënisch met het vlees om te gaan: zorg voor schone handen, oppervlaktes, voerbakken etc., en ruim poep altijd op.
- De vleesindustrie is niet duurzaam en er is niet genoeg vlees om alle honden van rauwe vleesvoeding te voorzien. Conor berekent dat het 1,9 ton CO2 per jaar “kost” om zijn Cocker Spaniel rauw vlees te voeren. (Een auto kost ongeveer 1,56 ton CO2 per jaar) Om duurzamer te voeren kun je rundvlees vermijden en meer plantaardige ingrediënten in het menu verwerken. En probeer zoveel mogelijk biologisch te voeren.
Wat vond ik van het boek? Lees hier mijn review: